top of page

Geld terug voor zieke oud-werknemer?

Bijgewerkt op: 14 okt. 2019


Compensatie voor werkgevers die een beëindigingsvergoeding betaalden aan langdurig zieken; dit zijn de regels


Werkgevers kunnen met ingang van 1 april 2020 vragen om compensatie van beëindigingsvergoedingen die zij hebben betaald aan werknemers, die vanwege hun langdurige ziekte uit dienst zijn getreden. De nieuwe wet geldt met terugwerkende kracht, voor beëindigingen sinds 1 juli 2015. Door de recente publicatie van de Regeling Compensatie Transitievergoeding is nu ook duidelijk hoe het compensatieverzoek eruit moet zien en welke regels er gaan gelden.


In dit blog sta ik stil bij (de achtergrond van) het recht op compensatie en licht ik de belangrijkste regels toe.



Recht op compensatie; achtergrond


Zieke werknemers worden gedurende twee jaar tegen ontslag beschermd door het wettelijk opzegverbod. Als er onvoldoende is gedaan om de zieke werknemer te re-integreren kan het UWV een loonsanctie opleggen, en wordt het opzegverbod verlengd tot maximaal drie jaar; voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd al hebben bereikt geldt een kortere termijn van zes weken. Gedurende die periode moet de werkgever tenminste 70 % van het loon doorbetalen (veel CAO’s geven recht op een hogere aanvulling). Als die (tweejaars-)termijn dan eindelijk voorbij is én er geen zicht is op herstel binnen een halfjaar, kan de werkgever een opzegvergunning aanvragen bij het UWV.


Voor de werkgever zijn de kosten dan nog niet voorbij, want werknemers die vanwege langdurige ziekte uit dienst gaan hebben ook recht op een transitievergoeding. Vóór de komst van de WWZ in juli 2015 was dat nog niet zo; de gedachte was toen dat de ‘kous wel af was’ na de lange periode van loondoorbetaling bij ziekte.


Voor veel werkgevers levert de verplichte uitbetaling van de transitievergoeding een dermate hoge financiële drempel op dat zij er – al dan niet noodgedwongen - voor kiezen om de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen, maar ‘slapend’ voort te zetten. Omdat de werknemer dan al geen recht meer heeft op loon tijdens ziekte, kost dat de werkgever niets, zo is de gedachte. Dit betekent wel dat werknemer de transitievergoeding misloopt, terwijl werkgever en werknemer (op papier) aan elkaar verbonden blijven. De werkgever moet bovendien rekening blijven houden met de mogelijkheid dat de werknemer op enig moment weer herstelt en zijn oude functie weer komt opeisen. Al met al geen ideale situatie.


Dat vond ook de wetgever. Om die reden is op 11 juli 2018 een reparatiewet in het leven geroepen waardoor werkgevers de beëindigingsvergoeding bij beëindigingen wegens langdurige ziekte kunnen verhalen op het UWV (Stb. 2018, 234). Op 26 februari 2019 is de Regeling Compensatie Transitievergoeding gepubliceerd, waardoor nu ook duidelijk is aan welke regels een dergelijk verzoek om compensatie te zijner tijd zal moeten voldoen. Om de regeling te lezen, zie hier: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-10547.html


Recht op compensatie; de regels


Wanneer bestaat het recht op compensatie?

Werkgevers hebben recht op compensatie als de arbeidsovereenkomst op of na 1 juli 2015 is geëindigd vanwege langdurige ziekte én de werkgever in verband daarmee een beëindigingsvergoeding heeft betaald. De wijze van beëindiging is niet relevant.


Hoeveel wordt er gecompenseerd?

De hoogte van het te compenseren bedrag is beperkt tot de wettelijke transitievergoeding, zoals die gold op het moment waarop de werknemer twee jaar ziek was.


Als werkgevers – bijvoorbeeld in het kader van een onderhandeling – een hoger bedrag hebben betaald, dan blijft dat meerdere voor eigen rekening. Dat geldt ook als de transitievergoeding verder is opgelopen omdat de werkgever de arbeidsovereenkomst pas op een later moment heeft beëindigd waardoor de transitievergoeding is opgelopen. Het UWV compenseert bovendien niet méér dan het totale bedrag dat de werknemer tijdens zijn ziekte heeft ontvangen aan loon.


Welke termijnen gelden?

De compensatie moet worden aangevraagd binnen zes maanden na uitbetaling van de beëindigingsvergoeding. Voor ‘oude gevallen’, dat wil zeggen vergoedingen die zijn uitbetaald in der periode van 1 juli 2015 tot 1 april 2020, geldt dat de compensatie kan worden aangevraagd tot 1 oktober 2020.


Het UWV dient te beslissen binnen acht weken na ontvangst van het volledige verzoek. Als dat onverhoopt niet lukt, mag het UWV ‘een redelijke termijn’ hanteren. Voor ‘oude gevallen’ geldt voor het UWV een termijn van zes maanden.


Hoe moet het verzoek eruitzien?

Het UWV verstrekt een digitaal formulier waarmee de werkgever de compensatie kan aanvragen. De werkgever zal zijn verzoek moeten motiveren en daarbij moeten aantonen:

- dat sprake was van een arbeidsovereenkomst en hoe lang die heeft geduurd;

- dat de werknemer ziek uit dienst is gegaan;

- dat de wettelijke transitievergoeding is betaald en hoe die is berekend; en

- hoe hoog de kosten van de loondoorbetaling tijdens ziekte waren.


In de toelichting op de Regeling Compensatie Transitievergoeding is uitgewerkt welke stukken de werkgever ‘veelal’ zal moeten overleggen om bovenstaande punten aan te tonen. Waarschijnlijk zal dat te zijner tijd ook op het formulier worden aangegeven.


Als de aanvraag incompleet is, krijgt de werkgever de gelegenheid om die aan te vullen binnen 14 dagen (of binnen 28 dagen voor ‘oude gevallen’).


Wat als het verzoek om compensatie wordt afgewezen?

Het compensatieverzoek valt onder het bestuursrecht. De regels uit de Algemene Wet Bestuursrecht zijn van toepassing en dat betekent onder andere dat bezwaar, beroep en eventueel hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep openstaat tegen een eventuele afwijzing.


Meer weten?


Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Dan kunt u contact opnemen met Klaartje Stalenhoef van Stalenhoef Advocatuur. Dat kan per e-mail: klaartje@stalenhoefadvocatuur.nl of telefonisch: +31 6 250 32 699.

140 weergaven0 opmerkingen
bottom of page